Mandarijneend is een vogel waarvan de mannetjes zich onderscheiden door een prachtige kleuring. Om deze reden worden de gedomesticeerde vormen van mandarijneenden gefokt als siervogels. Hier zijn enkele interessante feiten met betrekking tot dit dier.
De natuurlijke habitat van mandarijneenden is Mantsjoerije, Sakhalin, Japan en Oost-China. Ze worden bewoond door waterlopen en bosmeren. Daarnaast heeft Engeland ook permanent ontsnapte mandarijneenden gevonden.
Mandarijneenden zijn trek- en nomadische vogels. Ze voeden zich voornamelijk met waterplanten, maar ook met slakken of insecten.
Zowel mannelijke als vrouwelijke mandarijneenden hebben veren op de achterkant van hun hoofd in een karakteristieke kuif. Mannetjes zijn veel kleurrijker dan vrouwtjes. Ze hebben rode snavels met brede, crèmewitte strepen die zich uitstrekken van de basis tot het oog tot aan de punt van de kam. Het contrasterende voorhoofd en de voorkant van de kruin zijn in een tint van metaalgroen, en de achterkant van de kruin en de achterkant van het hoofd zijn roestig. De voorkant van de nek en de mannelijke borsten zijn metallic paars van kleur, met twee witte strepen aan de onderkant. Op de vleugels zitten groene spiegels. Vrouwtjes zijn op hun beurt overwegend grijs van kleur, hier en daar verlevendigd met witte en zwarte details.
Mandarijneendennesten bevinden zich meestal in holtes, rotsspleten of stamtakken, in afgelegen struikgewas en zelden op de grond. Deze vogels bewonen ook graag nestkasten die aan bomen zijn opgehangen. 9-12 eieren worden ongeveer een maand in het luik uitgebroed. Jonge kuikens kunnen uit holtes springen, zelfs die hoog boven de grond. Hun dons is zo dik en licht dat het hen effectief beschermt tegen de gevolgen van vallen.
Mandarijneenden duiken, in tegenstelling tot de meeste soorten eenden, niet. Ze verzamelen voedsel van het wateroppervlak.
In China werden paren mandarijneenden beschouwd als een symbool van trouw, omdat ze paren voor het leven vormen. Men geloofde ook dat wanneer een van hen sterft, de andere eend sterft van verdriet.
Mandarijneenden kwamen in de 18e eeuw naar Europa als sierbroedvogels.