Informatie en interessante weetjes over herten voor kinderen

Anonim

Reeën zijn bosdieren die in heel Europa en Azië voorkomen. We onderscheiden twee soorten: westerse reeën die voornamelijk in Europese bossen leven en Siberische herten, iets grotere, die in de hoge Aziatische bergen leven. Hier zijn andere curiositeiten die verband houden met deze schuchtere en charmante dieren.

Reeën moeten vanwege hun kleine maag vrij vaak eten, meestal ongeveer 8-12 keer per dag. Hun favoriete voedsel is gras, hoewel ze ook geen minachting hebben voor bladeren en boomscheuten of fruit dat verschijnt aan sommige bomen die in het bos groeien. Ook zie je vaak herten knabbelen aan landbouwgewassen zoals verse haver en tarwe.

De geluiden die herten maken op het moment van een voor hen gevaarlijke situatie doen enigszins denken aan blaffende honden. Zo waarschuwen ze andere herten voor de gevaren.

De kleur van reeën is meestal bruin, hoewel het in de zomer iets roodachtig wordt en in de winter grijzer. Rond het ree zit een lichtbruine vlek. Kenmerkend is ook hun constructie: een slank lichaam en een lange en dunne nek. Volwassen reeën zijn 60 tot 90 cm hoog, en ook 95 tot 140 cm lang. Het gewicht van een volwassen ree is ca. 15 tot 35 kg.

Geschat wordt dat de populatie reeën in Polen ongeveer 764 duizend is, en ze zijn het talrijkst in Neder-Silezië en West-Pommeren.

De seksuele rijping van reeën duurt tot ze 2 jaar oud zijn. Dit is het moment waarop het stomen van herten begint, wat meestal plaatsvindt in de zomermaanden, van juli tot augustus, maar het kan ook in november en december. De zwangerschap van reeën die in de zomer worden bevrucht, duurt ongeveer 10 maanden en in de herfst - 4,5 maanden. De jongen worden in mei en juni op afgelegen plekken geboren en brengen de eerste weken van hun leven ondergedoken door. Hun moeder verschijnt alleen bij hen als ze ze moet voeden. Na de tweede levensweek beginnen ze plantaardig voedsel te eten.

De manier van leven van reeën verandert met de seizoenen van het jaar. In de winter leven ze in grotere kuddes, tot enkele tientallen individuen. In het voorjaar verdelen ze zich in verschillende kleinere groepen en met de komst van de zomer worden ze solitaire territoriale dieren.